Voorwaarden

  1. Steun wordt verleend aan mensen met een beperking, weduwen of rouwenden en (g)eenverdienergezinnen.
  2. Steun wordt vormgegeven door het bieden van een luisterend oor, het koppelen van een (bel)maatje, lotgenoot of gastadres, of door geld of goederen.
  3. Aanvragen worden beoordeeld op grond van het Nieuwe Testament en zonder kerkmuren.
  4. Aanvragen worden gratis en indien mogelijk laagdrempelig behandeld.
  5. Steun wordt bekostigd vanuit ontvangen donaties.
  6. Donateurs kunnen een doel opgeven of aanvragen waar hun donatie aan besteed wordt. Een besteding van donaties is P.R.
  7. Aanvragers zijn zelf verantwoordelijk voor wat zij met de ontvangen steun doen en zijn vrij om de steun stop te zetten.
  8. De stichting is vrij om geboden steun stop te zetten als daar aanleiding toe is.


Voorbeelden van situaties die in aanmerking zouden komen voor steun:

Wilma: ‘Ik heb door mijn beperking nauwelijks vrienden of daginvulling, weet vaak niet hoe ik de dingen aan moet pakken en voel me alleen’……
Alexander: ‘Ook al woon ik in een beschermende woonvorm en heb ik mensen in de buurt, ik heb niemand die bij mij hoort en waar ik af en toe heen kan.’
Helena: ‘Als huisvrouw en moeder probeer ik onze kinderen te begeleiden naar volwassenheid en een ingewikkelde maatschappij. Een hele uitdaging, met voldoening. Alleen voel ik steeds minder aansluiting bij werkende moeders om mij heen.’
Floris: ‘Helaas heb ik geen geld voor de tandreparatie, het vervangen van een kapot kozijn en een voor mij belangrijke fiets.’
Geri: ‘Na het overlijden van mijn man was de ANW uitkering niet toereikend om mijn gezin te onderhouden.’
Richard: ‘Ik vind het moeilijk om met geld om te gaan, te snel koop ik iets wat geen prioriteit heeft.

Mw. Winterberg: ‘Wie laat mijn hondje uit nu ik zelf niet meer kan?’
Fam. Rickerts: ‘De zorg voor onze psychisch zieke dochter is zwaar en daarbij voelen we ons door anderen weinig begrepen.’
Mw. Aalders: ‘Door zijn psychische beperking kan mijn man niet werken en het meest moeilijk voor mij is dat hij zich niet beperkt voelt.’
Fam. Noordeloos: ‘Ondanks huursubsidie, kunnen we toch net niet rondkomen.’
Pieta: ‘Ik zou graag op bezoek gaan bij een voor mij belangrijke tante, maar het vervoer kan ik niet bekostigen.’
Dhr. of Mw. Voetsius: ‘Na het overlijden van mijn vrouw of man voel ik me vaak eenzaam, het is zo stil in huis.’
Enzovoort….